dinsdag 14 januari 2014

Verwerkingsopdracht 8 'Vallen'


‘Doe die pet af, Lucas. Zo kun je niet werken. Als je moet lopen verlies je ze.’ Hij trok de pet van mijn hoofd en gooide ze in de bestelwagen. Waar ben ik nou eigenlijk mee bezig. Waarom doe ik dit? Nu kan ik nog nee zeggen. ‘Ik, ik kan het niet’ zei ik. ‘Wat? Je kunt het niet? Wat is dat nou weer voor een slappe smoes. Natuurlijk kun je het. Het enige wat je hoeft te doen is iets door een raam heen gooien. Of durf je soms niet?’ zei hij op een gemene toon. Ik zweeg. Als ik dit zou doen en iemand zou erachter komen, dan zou Caitlin me nooit meer willen zien. Nee, dat was het niet waard. ‘Ik doe het niet’ zei ik, nu een stuk overtuigender. Benoît pakte me vast en zei luid in mijn oor: ‘Je doet dit nu of je doet nooit meer iets’. Ik rukte me los. ‘Nee, ik doe het niet. Doe het zelf maar. Ik heb hier niets mee te maken’. ‘Oké dan, maar dit zet ik je nog betaald Lucas! Wat denk jij wel niet! Ik vertrouwde je!’. Toen zag Benoît dat ik de brandbommen nog in mijn handen had. ‘En geef die dingen aan mij’. Ik gaf ze aan hem en liep weg.

De volgende dag kwam Caitlin mij het nieuws brengen dat de pastorie was ontploft. ‘Wat bezielt je om zoiets te doen? Ik durf te wedden dat Benoît hier achter zit. Hij zou alles doen om te zorgen dat hier geen opvangtehuis komt voor asielzoekers’.  Ik was van plan om alles op te biechten. Caitlin zou trots op me zijn dat ik nee heb gezegd. ‘Caitlin, ik moet je wat vertellen. Ik weet wie de pastorie heeft laten ontploffen. Het waren Benoît en Alex’ zei ik zacht. ‘Ik wist het. Wacht, hoe weet jij dit?’. ‘Ik, ik was erbij’ zei ik een beetje beschaamd. Haar mond viel open. ‘Wat? Hoe kun je?’. Ze klonk heel boos. ‘Ze hadden me overgehaald een cocktail naar binnen te gooien. Ik heb het niet gedaan, ik stond met die cocktails in mijn handen en kwam tot de conclusie dat dit niet was wat ik wilde. Dus ik heb de cocktails neergelegd en ben naar huis gelopen’. ‘Dus je laat Benoît gewoon achter met cocktails. Je wist dat hij de pastorie zou laten ontploffen en je werkt er gewoon aan mee. Nu ga je ook nog de held uithangen omdat jij ze niet hebt gegooid. Weet je, Lucas, ik dacht dat je anders was. Ik dacht dat je niet snel over te halen was, maar…’ ze stopte. ‘Caitlin, ik heb het niet gedaan omdat ik van je houd, ik weet hoeveel de pastorie voor jou betekent’. ‘Ik dacht dat je anders was Lucas’. Toen liep ze weg. Ze was niet trots op me, ze was woedend. Ze had een punt. Ik heb me laten meeslepen door Benoît. Caitlin had gelijk.

Die middag ging ik naar het politiebureau om mezelf aan te geven. Ik vertelde het hele verhaal en kreeg een taakstraf. Wat er met Benoît en Alex is gebeurd weet ik niet. Het was het einde van de zomervakantie en ik ging weer naar huis. Ik had Caitlin niet meer gezien sinds onze ruzie. Net voordat ik in de auto stapte hoorde ik iemand mijn naam roepen. Het was Caitlin. ‘Lucas, ik heb gehoord dat je jezelf hebt aangegeven’. ‘Ik kon niet anders, ik voelde me ellendig’. ‘Lucas, ik hoop dat dit je aan het denken heeft gezet’. ‘Dat heeft het zeker, ik heb me laten overhalen en dat was zwak, het spijt me zo’. ‘Goed dat je er spijt van hebt, maar vergeet het nu, iedereen maakt fouten’. Betekende dat dat ze me vergaf? ‘Weet je waar ik het meest mee zit? Dat ik jou kwijt ben’ zei ik zacht. ‘Je bent me niet kwijt, echt niet. Kom je volgende zomer weer?’ zei ze op een lieve toon. ‘Als jij dat wilt?’. ‘Heel graag’ zei ze. ‘Vrienden?’ zei ik. ‘Vrienden’.