maandag 1 december 2014

Reactie op Forum; ' SCHOOL MOET ‘LEUK’ ZIJN, DUS HET BOEK IS UIT DE GRATIE ‚’

Ontlezing moet worden bestreden! 
Martin Slagter geeft in zijn artikel in de Volkskrant zijn mening over het afnemen van lezen. In zijn mening komt dit vooral omdat er veel concurrerende tijdsbestedingen zijn zoals radio, televisie, sociale media etc. Het grootste probleem vindt hij echter de ontlezing, het gebrek aan schriftelijke taalvaardigheid. Dit komt doordat er in het onderwijs nauwelijks nog aandacht wordt besteed aan de belangrijke vaardigheden om een taal goed onder de knie te krijgen zoals spelling en grammatica. Educatieve lessen worden vervangen door leuke lessen. 


Ik ben het zeker eens met Martins mening over concurrerende tijdsbestedingen. Kijk eens om je heen op school en je zult merken dat iedereen met zijn telefoon zit. Ik denk dat het er echter wel vanaf hangt waar je bent. Op een gymnasium zal een leerling eerder een boek pakken dan op een vmbo. Misschien omdat het voor hen makkelijker is om te lezen of omdat ze er gewoon meer interesse in hebben. Op vmbo’s wordt, net als in de tekst wordt beweerd, minder gestimuleerd tot lezen. Dat is op het vwo denk ik wel anders. Leraren stimuleren meer tot lezen en er wordt dieper ingegaan op de taal waardoor het niveau hoger ligt. Toch denk ik dat de meeste leerlingen liever met hun smartphone spelen dan een goed boek pakken. Daarom denk ik dat het belangrijk is dat er maatregelen worden genomen. Het is bijvoorbeeld van groot belang dat het onderwijs echt verbetert, meer Nederlandse lessen dus. Daarnaast vind ik dat de overheid grote acties moet opzetten om jongeren te stimuleren tot lezen. We willen toch niet dat Nederland een land wordt waarin de helft van de inwoners niet eens fatsoenlijk kan lezen? 

maandag 12 mei 2014

Klachtenbrief

Louelle van der Aa
Keizersgracht 33
1015 CD AMSTERDAM

Amsterdam, 12 mei 2014

Hamster bv
T.a.v. de heer M. Woudstra
Oude Gracht 31
2011 GL HAARLEM 

Betreft: klacht over service 

Geachte heer Woudstra, 

Afgelopen 17 oktober heb ik bij uw buitensportwinkel in Haarlem een paar schaatsen besteld van 100 euro omdat ze toen niet in mijn maat aanwezig waren. Toen ik op 2 november mijn schaatsen op kwam halen bleek dat mijn bestelling niet was doorgegeven en inmiddels uitverkocht was. Ik heb toen een duurder paar van 125 euro moeten kopen. Het verschil van 25 euro heb ik niet teruggekregen, hoewel het niet mijn fout was.

Bij het eerste gebruik is de veterbevestiging van deze duurdere schaatsen al kapot gegaan. Aangezien de schaatsen nog helemaal nieuw waren, ben ik ervan overtuigd dat het een productiefout van de fabriek is. Ik heb toen meteen mijn beklag bij uw winkel in Haarlem gedaan. Deze heeft mij slechts een reparatie aangeboden. Ik heb dit geweigerd en mijn geld terug gevraagd omdat ik er geen vertrouwen meer in heb. Uw personeel vertelde mij dat dit niet mogelijk is en gaf mij een tegoedbon die ik binnen twee maanden in uw winkel moet besteden. Ik heb hier niets aan omdat ik niet van plan ben binnen twee maanden iets in uw winkel te kopen.

De beste oplossing is, naar mijn mening, dat u de 125 euro die ik heb besteed aan de schaatsen terugstort op mijn rekening en dat de tegoedbon ongeldig wordt verklaard. Ik denk dat ik recht heb op de terugbetaling omdat de schaatsen bij het eerste gebruik kapot gingen en dus nooit zijn gebruikt. Ik hoop dat het mogelijk is mijn geld binnen één maand terug te storten. Graag ik hoor ik zo spoedig mogelijk van u of u met dit voorstel akkoord kunt gaan.  

Hoogachtend,

Louelle van der Aa

 

dinsdag 14 januari 2014

Verwerkingsopdracht 8 'Vallen'


‘Doe die pet af, Lucas. Zo kun je niet werken. Als je moet lopen verlies je ze.’ Hij trok de pet van mijn hoofd en gooide ze in de bestelwagen. Waar ben ik nou eigenlijk mee bezig. Waarom doe ik dit? Nu kan ik nog nee zeggen. ‘Ik, ik kan het niet’ zei ik. ‘Wat? Je kunt het niet? Wat is dat nou weer voor een slappe smoes. Natuurlijk kun je het. Het enige wat je hoeft te doen is iets door een raam heen gooien. Of durf je soms niet?’ zei hij op een gemene toon. Ik zweeg. Als ik dit zou doen en iemand zou erachter komen, dan zou Caitlin me nooit meer willen zien. Nee, dat was het niet waard. ‘Ik doe het niet’ zei ik, nu een stuk overtuigender. Benoît pakte me vast en zei luid in mijn oor: ‘Je doet dit nu of je doet nooit meer iets’. Ik rukte me los. ‘Nee, ik doe het niet. Doe het zelf maar. Ik heb hier niets mee te maken’. ‘Oké dan, maar dit zet ik je nog betaald Lucas! Wat denk jij wel niet! Ik vertrouwde je!’. Toen zag Benoît dat ik de brandbommen nog in mijn handen had. ‘En geef die dingen aan mij’. Ik gaf ze aan hem en liep weg.

De volgende dag kwam Caitlin mij het nieuws brengen dat de pastorie was ontploft. ‘Wat bezielt je om zoiets te doen? Ik durf te wedden dat Benoît hier achter zit. Hij zou alles doen om te zorgen dat hier geen opvangtehuis komt voor asielzoekers’.  Ik was van plan om alles op te biechten. Caitlin zou trots op me zijn dat ik nee heb gezegd. ‘Caitlin, ik moet je wat vertellen. Ik weet wie de pastorie heeft laten ontploffen. Het waren Benoît en Alex’ zei ik zacht. ‘Ik wist het. Wacht, hoe weet jij dit?’. ‘Ik, ik was erbij’ zei ik een beetje beschaamd. Haar mond viel open. ‘Wat? Hoe kun je?’. Ze klonk heel boos. ‘Ze hadden me overgehaald een cocktail naar binnen te gooien. Ik heb het niet gedaan, ik stond met die cocktails in mijn handen en kwam tot de conclusie dat dit niet was wat ik wilde. Dus ik heb de cocktails neergelegd en ben naar huis gelopen’. ‘Dus je laat Benoît gewoon achter met cocktails. Je wist dat hij de pastorie zou laten ontploffen en je werkt er gewoon aan mee. Nu ga je ook nog de held uithangen omdat jij ze niet hebt gegooid. Weet je, Lucas, ik dacht dat je anders was. Ik dacht dat je niet snel over te halen was, maar…’ ze stopte. ‘Caitlin, ik heb het niet gedaan omdat ik van je houd, ik weet hoeveel de pastorie voor jou betekent’. ‘Ik dacht dat je anders was Lucas’. Toen liep ze weg. Ze was niet trots op me, ze was woedend. Ze had een punt. Ik heb me laten meeslepen door Benoît. Caitlin had gelijk.

Die middag ging ik naar het politiebureau om mezelf aan te geven. Ik vertelde het hele verhaal en kreeg een taakstraf. Wat er met Benoît en Alex is gebeurd weet ik niet. Het was het einde van de zomervakantie en ik ging weer naar huis. Ik had Caitlin niet meer gezien sinds onze ruzie. Net voordat ik in de auto stapte hoorde ik iemand mijn naam roepen. Het was Caitlin. ‘Lucas, ik heb gehoord dat je jezelf hebt aangegeven’. ‘Ik kon niet anders, ik voelde me ellendig’. ‘Lucas, ik hoop dat dit je aan het denken heeft gezet’. ‘Dat heeft het zeker, ik heb me laten overhalen en dat was zwak, het spijt me zo’. ‘Goed dat je er spijt van hebt, maar vergeet het nu, iedereen maakt fouten’. Betekende dat dat ze me vergaf? ‘Weet je waar ik het meest mee zit? Dat ik jou kwijt ben’ zei ik zacht. ‘Je bent me niet kwijt, echt niet. Kom je volgende zomer weer?’ zei ze op een lieve toon. ‘Als jij dat wilt?’. ‘Heel graag’ zei ze. ‘Vrienden?’ zei ik. ‘Vrienden’.